Op de grens van de dorpen San Miguel Ixtahuacán en Sipacapa vind je er sinds 2005 de Marlin mijn.

Het scenario van deze mijn diende als een duidelijke waarschuwing voor de rest van Guatemala. Terwijl San Miguel verdeeld raakte, verenigde de rest van het land zich in de bescherming van hun natuurlijke rijkdommen.

Inhoudstafel

De Marlin mijn

San Marcos Departement, Guatemala

De Marlin mijn

San Marcos, het verre westen van Guatemala. In de laaglanden vind je er de rijkste koffieplantages. In de hooglanden zit de Maya-bevolking samengepakt op moeilijk te bewerken grond. Op de grens van de dorpen San Miguel Ixtahuacán en Sipacapa vind je er sinds 2005 de Marlin mijn.

De beruchte goudmijn is in handen van de Canadese mijnbouwreus Goldcorp. Het is het eerste grote mijnbouwproject in Guatemala na 36 jaar burgeroorlog. Het gewapende conflict dat draaide om het ongelijke landbezit was geëindigd op een sisser. Teneergeslagen door de genocidale technieken van het leger, aanvaardde de Guatemalteekse bevolking in 1996 een status quo. Nog geen jaar later werd een nieuwe mijnbouwwet gestemd. De royalties op de waarde van goudstaven die het land uitgaan, zakten van 6% naar 1%.

Buitenlandse mijnbouwbedrijven roken hun kans. In 1998 kwam je in San Miguel Ixtahuacán en Sipacapa plots buitenlanders tegen met een bijzondere interesse naar de povere gronden en niet in het minst naar de waterbronnen van de campesino’s. Geruchten deden de ronde. Niemand was ooit geïnteresseerd in de hooglanden. Vanwaar die plotse interesse? Zonder antwoord op die vragen, gingen de gronden snel van de hand voor het dubbele, driedubbele van de marktwaarde. Wisten zij veel dat het ministerie van mijnbouw de hooglanden had bezaaid met mijnbouwlicenties. Wisten zij veel dat hier 250.000 liter water per uur uit de grond zou gepompt worden om de rotsen, in een mengeling met cyanide te ontdoen van het goud. Wisten zij veel dat de explosies in de open mijnput hun lemen huizen zouden doen scheuren.

“Investeringen zijn ontwikkeling.” Aan groteske reclameboodschappen ontbreekt het niet in de Guatemalteekse media. Geen uur gaat voorbij zonder dat de Marlin mijn de hemel in wordt geprezen. Middelen genoeg om de strategische belangen van de extractieve industrie te verdedigen. Maar gaat het hier wel om ontwikkeling?

Dat de mijn financiële opbrengsten verzekert, zal niemand ontkennen. Tussen 2006 en 2010 kwam er in de Marlin mijn 1.5 miljard $ uit de grond. Een recente studie wees uit dat daarvan via belastingen, lonen en projecten 5% in San Miguel Ixtahuacán en Sipacapa blijft, terwijl de milieu- en gezondheidsrisico’s voor 100% door hen worden gedragen.

‘Moeder Aarde’, een heilig begrip voor de Maya’s, zou moeten opgeofferd worden voor een fractie van de opbrengsten. Bij de aanvang van het mijnbouwproject, besliste Sipacapa een interne volksraadpleging te houden, waaruit bleek dat 97% van de deelnemers het niet eens was met de op til slaande exploitatie. De overheid negeerde hen en gaf het project de wind in de zeilen.

In San Miguel Ixtahuacán wordt er ook geprotesteerd. Al verhef je daar best je stem niet. Voor je het weet zit je verwikkeld in een juridische uitputtingsslag. Dat was het lot van zeven campesino’s die de ingang van de mijn blokkeerden. Na maandenlange dagvaardingen, staakten ze hun strijd. Vandaag verhindert de gemeenschap nog steeds de politie om acht huismoeders te arresteren in opdracht van Goldcorp.

Naast tegenstanders zijn er ook voorstanders van de mijn. Je kan het een mijnwerker niet kwalijk nemen dat hij voor zijn loon opkomt. Goldcorp kiest de bevoorrechten echter nauwkeurig uit. In de eerste plaats gaat het om de mensen die iets te zeggen hebben in de gemeenschap, het politieke leiderschap. Op die manier infiltreert de mijn zich razendsnel in de gemeenschappen. De afwezigheid van de staat wordt nu gretig ingevuld door Goldcorp. Wil je dat de straat wordt heraangelegd of dat er een schooltje komt? Kom dan maar niet aandraven met begrippen als “Moeder Aarde”. Anders gaat het geld naar de buurgemeente. Zo puilen de brochures van Goldcorp uit van ‘liefdadigheid’ en wordt de kiem van conflict kort na het einde van de burgeroorlog opnieuw ingeplant. En soms loopt het uit de hand. In 2010 werd Doña Diodora in het oog getroffen door een kogel. Nog in dezelfde week werd het huis van Don Miguel Angel doorzeefd. Allebei zijn ze uitgesproken tegenstanders van de mijn. Lerares Adilia werd weggepest uit haar school nadat ze getuigde over huidaandoeningen bij haar leerlingen. Protesteerders werden ontvoerd en met de dood bedreigd. Bij gebrek aan een rechtsorde geldt in San Miguel Ixtahuacán de wet van de sterkste. Zichtbaar geïntimideerd door het opkomende geweld hullen velen zich er in stilte.

De sociale schade kan je ook meten aan de verkoop van sterke dranken, het toenemende huishoudelijk geweld en de bordelen die plots opdoken in San Miguel Ixtahuacán. Gezinnen gaan uit elkaar en broers en zussen staan vaak lijnrecht tegenover elkaar.

Het scenario van de Marlin mijn diende als een duidelijke waarschuwing voor de rest van Guatemala. Er werden al meer dan 60 volksraadplegingen georganiseerd in het hele land, waarbij meer dan een miljoen mensen zich uitspraken tegen mijnbouw in hun leefgebied. Terwijl San Miguel verdeeld raakte, verenigde de rest van het land zich in de bescherming van hun natuurlijke rijkdommen.